maandag 16 januari 2017

Autorijden met Brugada Syndroom

Met Brugada Syndroom mag je best autorijden. Mits je geen hartritmestoornis hebt op het moment dat je in de auto stapt. Wanneer je niet weet of je Brugada Syndroom hebt, dan ben je in principe gewoon gezond en (met een rijbewijs op zak) capabel om een auto te besturen.

Ook zijn er wat wettelijke regels ten aanzien van een ventriculaire ritmestoornis. Na een gevaarlijke ritmestoornis mag je een aantal maanden niet achter het stuur.

Als je een ICD hebt gekregen, dan dien je ook een aantal maanden niet te rijden. Ik geloof dat het 3 maanden was in mijn geval. In die 3 maanden dien je een aantekening te laten maken op het eigen rijbewijs. Tenminste dat is in Nederland het geval. Deze code, code 100, beschermd je wettelijk en verzekeringstechnisch tegen ongevallen veroorzaakt door of als gevolg van een ritmestoornis waarbij een ICD moet ingrijpen.  Of misschien is het beter om te zeggen dat het de consequenties op wettelijk en verzekeringstechnisch vlak, die het gevolg zijn van het onwel raken tijdens het besturen van een voertuig, beschermd worden door zo'n speciale code op het rijbewijs.

Voor details verwijs ik graag naar de website van de STIN:
https://www.stin.nl/rij--en-vaarbewijzen/rijbewijzen.htm
De STIN voorziet ICD-dragers via hun website van de meest actuele informatie op het gebied van ICD's (en pacemakers). (In dit geval verwijs ik liever, dan dat ik alles hier opnieuw ga opdreunen.)

En voor de Belgen onder ons:
http://www.bipib.be/web/nl/index_nl.asp
De informatie in deze is wat beperkter. Ik heb wel gemerkt dat de regels in België, in mijn optiek, wat soepeler zijn dan in Nederland. De stem van de cardioloog heeft een grote invloed op de Belgische wet- en regelgeving aangaande het autorijden. Als de cardioloog zegt dat autorijden mág en kán, dan is het vaak al voldoende. Maar goed, pin me er niet op vast - ik ben geen Vlaming en heb mij tot nu toe vooral op de Nederlandse wetgeving gefocust.

Zelf rijd ik weinig auto. In tegenstelling tot vroeger trouwens; ik reed graag en veel! Dat ik nu veel minder rijd heeft vooral met de tweede zin van deze blog te maken. Ik heb nog vaak ritmestoornissen en ik voel me dan niet scherp genoeg om een auto in druk verkeer te besturen. In noodgevallen maak ik zeker een uitzondering, want ik mág in principe gewoon rijden. Ik rijd, in dat geval, liever met een bijrijder dan alleen. Maar dat is gevoel.

Voor beroepschauffeurs gelden trouwens andere regels. Deze regels zijn na te lezen op de websites van de STIN (en mogelijk ook Bipib, voor de Belgen) en het CBR (voor de Nederlanders). Het krijgen van een ICD heeft voor de mensen die in de vervoerssector werken een behoorlijke impact. In mijn optiek zou daar best wat meer oog voor mogen zijn. Want gezien het feit dat veel jonge mensen die met Brugada Syndroom worden gediagnosticeerd, nog lang geen 65+ zijn, zullen zij flinke veranderingen moeten doorstaan op werkgebied. Geen kleinigheidje. Vooral als het werken als chauffeur je lust en je leven is.




maandag 9 januari 2017

Hoe doe je een fietstest?

Een van de onderzoeken die ik jaarlijks onderga is de fietstest. Of inspanningstest. Middels deze test kan de cardioloog zien hoe het hart functioneert bij fysieke belasting. Eventuele mankementen kunnen zo eerder aan het licht worden gebracht. Soms lukt dat niet; in mijn geval kunnen niet alle ritmestoornissen met een fietstest worden opgewekt.

Op de dag van onderzoek probeer ik rekening te houden met de kleding die ik die dag ga dragen. Een jurkje is niet praktisch. Het kan wel, maar dan is de kans groot dat ik in mijn maillot of panty moet fietsen; niet comfortabel. Een soepele broek en top werken het beste.

Het is ook prettig om niet te veel te eten van tevoren. Uiteraard moet je geen maaltijd overslaan, maar een lichte maal kan prettiger zijn dan een volgestouwde maag. Omdat het voor goede testresultaten belangrijk is dat je maximaal functioneert, kan het zijn dat een volle buik gaat belemmeren. Ik ben weleens ontzettend misselijk, als gevolg van de inspanning, van de fiets gestapt...

Ik denk dat je als patiënt na een aantal keren de fietstest te hebben gefietst, gaat begrijpen wat belangrijk is tijdens de test en wat van minder belang is. Gezellig hoeft de test niet te zijn, het mag wel, maar zodra het extra energie gaat vragen omdat praten tijdens het fietsen de inspanning beïnvloed, dan beïnvloed dat ook het uiteindelijke resultaat. Als ik praat tijdens het fietsen, dan houd ik het fietsen veel minder lang vol dan wanneer ik zwijg.

Voor de test begint word je door de medewerker gewezen op een metertje op de fietst. Je wordt gevraagd om zo te fietsen dat je rond de 'x' (in mijn geval 65) blijft fietsen. Het stomme is dat dit cijfer altijd te hoog is. In het begin tik je de norm aan, maar daarna wordt het ploeteren om op dat cijfer te blijven fietsen. Dat hoort. Raak niet gefrustreerd. (Ik deed dat wel in het begin, perfectionist in hart en nieren, maar dat is zonde van je energie.) Focus je niet te veel op een cijfer, probeer vooral door te fietsen zo goed je kunt. De weerstand wordt hoger en het is normaal dat je het cijfer dan 'kwijtraakt'.

Daarnaast: gooi schaamte opzij! Je fietst geen parade. Je fietst omdat je hartfunctie in beeld wordt gebracht. Nu heb ik me nooit verbeeld dat ik voor de 'mooi' een eindje op de hometrainer zat met al die plakkers op mijn lijf en een bloeddrukmeter om mijn bovenarm, maar bekeken voelde ik me wel. De eerste keren dat ik een inspanningstest moest doen, vond ik het gênant dat ik de test niet goed kon volhouden. Het heeft zeker niet meegewerkt dat een medewerker zich daar tijdens mijn eerste test over uitliet: 'Zo'n jonge dame en zo'n slechte conditie!' Alsof ik dat zelf niet in de gaten had. Alsof ik het zo leuk vond om daar hijgend op die fiets te zitten en te beseffen dat mijn lijf niet werkt zoals ik het graag had willen zien. Gooi je hoofd leeg en fixeer je op het fietsen. Fiets. Kijk naar buiten. In het UZ kijk ik graag naar de horizon, zo vanaf de 8ste verdieping. Ik probeer de omgeving te vergeten en mij te richten op mijn lijf. Probeer niet te veel op je ademhaling te letten. Hijg als dat moet. Ga niet geforceerd netjes ademen; je gaat geheid hyperventileren. (Been there, done that.) Adem, hijg of grom. Dat doe ik ook. Vooral op het eind als het echt heel zwaar wordt en je het gevoel hebt dat je hart uitelkaar barst. (Dat doet het niet en anders word je wel voortijdig van de hometrainer gehaald.)

Wees niet bang! Wees niet bang. Wees vooral niet bang. Een fietsproef is veilig en er zijn medewerkers om je op te vangen en alarm te slaan wanneer er onverhoopt toch iets niet goed gaat. Als een test voor aanvang onveilig blijkt te zijn, of er is een ECG in rust die mogelijk een risico toont, dan mag je niet fietsen. Dan word je gewoon van de fiets gehaald en gaat het hele inspanningsgebeuren niet door. Mag je blijven zitten, fiets dan als een malle. Fiets zo goed als je kunt. Geef alles wat je hebt. Nu is het moment dat je hart onderzocht wordt. Nu kun je letterlijk een kijkje in de inspanningskeuken van je hart geven. Just do it.

Hoe dan ook. Zo doe ik het. Zo doe ik een fietstest. De jaarlijkse inspanningstest.