maandag 27 maart 2017

E-bike

Toen ik in januari in het UZ de fietstest deed, vertelde ik de verpleegkundige die het onderzoek deed, dat ik binnenkort een elektrische fiets zou gaan kopen. Ik vertelde hem dat het fietsen op een normale fiets te zwaar was geworden.

Het tegen de wind in fietsen was voor mij echt een hels karwei. Zat ik eenmaal goed en wel op de fiets, dan had ik moeite om vaart te maken, laat staan bij tegenwind. Ik raakte er zo ontzettend gefrustreerd van, dat ik uiteindelijk liever ging lopen dan dat ik mijn fiets zou pakken. Mijn fiets bleef in de schuur en ik mopperde vaak dat het ding aan het vastroesten was - zo zwaar vond ik het fietsen dus.

De verpleegkundige lachte schamper. Die Nederlanders staan toch bekend als een fietsend volkje? I know. Ik gaf toe dat het bijna mijn eer te na was, maar dat ik mij na de afgelopen winter steeds meer realiseerde hoe belangrijk het is om buiten te zijn. Een elektrische fiets zou mij een zorg uit handen nemen.

Na een klein zoektochtje, waarbij ik mijn wensen en eisen zorgvuldig heb afgewogen, kwam het testen. De verschillende systemen, maar ook de verschillende uitvoeringen van fietsen. Ik wilde per sé een stoere en stevige fiets. Het liefst de fiets die ik al had, maar dan met een 'motortje'. En dat lukte.

Mijn auto verkochten we, want die werd steeds minder gebruikt. Ik kocht er een e-bike voor terug. Een cargo. Een zwarte. Met, zoals dat officieel heet, trapondersteuning. Vanaf de fietsenwinkel fietste ik naar huis. Onder een tunneltje door, heuveltjes op en af. Het regende en het waaide. Zonder te veel moeite fietste ik. En voor het eerst in jaren, haalde ik andere fietsers in! Ik fietste weer zonder moe te worden! Met tranen in mijn ogen fietste ik blij naar huis.

En nog steeds ben ik ontzettend blij met mijn fiets. Ik fiets heel snel. Heel hard fietsen is zo fijn! ('Levensgevaarlijk!' roepen vriendinnen, 'Al die oude lui op die veel te snelle fietsen.')  Eindelijk lukt het weer. Eindelijk is fietsen weer leuk. (En nu ben ik diegene die steeds vraagt: 'Oh sorry, fiets ik te snel?') Nu kan ik weer 'even snel' een boodschapje doen en op vrijdagochtend naar de markt om daar de verse bio groenten van de boer te halen.

Helaas is het niet zo dat ik, nu ik een e-bike heb, geen ritmestoornissen meer heb. Dat zou natuurlijk helemaal geweldig zijn! Maar nee, zo werkt het niet. Ook op deze fiets schiet mijn hart regelmatig in een stoornis. Ik stap dan af en wacht keurig tot het voorbij is. Snel fietsen en duizelig worden van een ritmestoornis is natuurlijk geen veilige combinatie. Maar in tegenstelling tot mijn oude fiets, kan ik er nadien voor kiezen om de trapondersteuning wat op te voeren zodat ik, ondanks de vermoeidheid na de stoornis, toch nog even verder kan gaan met wat ik aan het doen was - naar huis fietsen of dat boodschapje halen.

Vanochtend parkeerde ik mijn fiets bij de apotheek naast alle andere e-bikes. Ik stapte de apotheek binnen en zag daar allemaal grijsgekapte mensen wachten. Ik glimlachte en trok een nummertje uit de automaat. I'm one of them now.

maandag 20 maart 2017

Herinneringen (oktober 2013)

Hier denk ik de laatste dagen steeds weer aan terug. De allereerste ablatie en er ontstond een complicatie. Vocht in het hartzakje.

Net uit de narcose, bleef ik steeds maar weer in slaap vallen. Uren later werd ik pas goed wakker. Daarvoor deed ik moeite om wakker te blijven, maar het lukte niet. Mijn ogen waren te zwaar en mijn lichaam trok een ander plan. Pas rond middernacht was ik echt wakker. Ik was wakker en als ik er aan terugdenk, moest ik wel vol van adrenaline zitten. Ik heb gekletst met de verpleegkundigen en maakte grapjes. Het was midden in de nacht dus het was vrij rustig op de hartbewaking.

Ergens halverwege de nacht ging mijn hart rare sprongen maken. Geen paniek, alleen een vreemd ritme. Er werd een cardioloog opgeroepen. Deze keek. Schreef een betablokker voor en ging. Een uurtje later was de ritmestoornis verholpen en kon ik nog een paar uurtjes slapen.

Toen ik die ochtend wakker werd, voelde ik me benauwd, maar ik had geenszins in de gaten dat er iets 'mis' was. Ik had absoluut niet gedacht dat er iets niet ok was. Dat de verpleegkundigen een beetje onrustig gingen schuifelen en elkaar aan gingen zetten tot overleg met artsen; ik zag het, maar ik begreep het eigenlijk niet. Pas toen de benauwdheid werd verklaart na het maken van een echo en die uitwees dat er een vochtophoping bij het hartzakje zat, begreep ik dat er zich een complicatie had voorgedaan. Maar eigenlijk voelde ik op dat moment absoluut geen paniek. Of angst. Wat ik op dat moment wèl eng vond, waren de medicijnen die plotseling en in grote hoeveelheden moesten worden toegediend per infuus.

Dat toedienen van medicatie per infuus vind ik heel eng. Waarschijnlijk ligt dat in het feit dat de laatste chemische cardioversie zo een impact heeft gehad op mijn welzijn destijds, dat er in mijn hoofd een soort alarmbel afgaat als er medicijnen in de lijnen worden gespoten. Ik herinner me dat ik bij elke shot aan de verpleegkundige vroeg wat hij/zij toediende op dat moment. Iedere keer vroeg ik het weer: Wat spuit je in en waarom krijg ik dat? Ik weet dat ik zelf op een gegeven moment vermoedde dat de verpleegkundigen er wel een keertje klaar mee waren, met die Hollandse bemoeial. Ze zeiden het niet.

Een ander ding waar ik steeds aan moet denken is de vraag of ik pijn had. Telkens werd gevraagd of ik pijn had. Hoe mijn pijn voelde en waar ik het voelde. Wanneer ik antwoorde dat de pijn wel te doen was, kreeg ik toch medicijnen. De pijn die ik ervoer was vervelend, maar niet afschuwelijk. Mogelijk kwam dat omdat ik al standaard een pijnstiller kreeg, dat zou kunnen. Zodra ik aangaf iets van pijn te ervaren, kreeg ik een extra shot pijnstiller.

Voor de tweede nacht kreeg ik ook extra pijnstilling voordat de nachtdienst arriveerde. (Ik merk dat mijn mond zich krult tot een glimlach nu ik dit aan het typen ben.) De mannelijke verpleegkundige die dit toediende lachte en zei dat ik dan nu maar eens moest gaan ontspannen (misschien ook wel doelend op de vragen over wat hij in mijn infuus spoot ;)). Zoals dat gaat met een infuus, werkte het medicament erg snel. Ik keek naar de klok, het was tien uur in de avond. Ik lag doodstil in mijn bed en bleef naar de klok kijken. Ineens was het half elf. In mijn ooghoek zag ik de verpleegkundige wuiven, hij ging naar huis. De lichten dimden. Ineens stond een verpleegkundige van de nachtdienst aan mijn bed die vroeg of ik pijn had. 'Nee, nee geen pijn. Maar ik heb wel net pijnstiller gehad en volgens mij werkt die heel erg goed. U houdt mij wel in de gaten hè? Want het spul werkt echt heel erg goed.' Ze keek en glimlachte en ik dacht alleen maar: 'Nou ja, ik heb het in ieder geval gezegd. Laat ik nu maar gaan slapen dan voel ik me morgenochtend weer normaal.'

Eigenlijk was die nacht, de eerste nacht dat ik zo stoned als een garnaal was. Daarna volgden er meer nachten op de hartbewaking en werd voor de nacht wederom aardig wat pijnstilling toegediend. Pas toen ik naar de normale hartafdeling kon, werden er medicijnen gewisseld mede omdat mijn maag ging opspelen. Voor de nachten op de gewone afdeling kreeg ik zonder gemor Xanax. En slapen deed ik. Slapen is goed herstellen natuurlijk.

Ik heb er vaak aan teruggedacht. Ik heb me verbaasd over de hoeveelheid aan medicijnen. Het ogenschijnlijke gemak waarop in ziekenhuizen op de cardiologie medicatie wordt toegedient. Het was mij vreemd.

En met die verwonderingen kwam het besef dat ik echt flink ziek ben geweest na die eerste ablatie. Ik heb het er vaak nog met mijn cardioloog over gehad. Het was pech. Het was een risico van 1 procent per ablatie. Uiteraard speelde de omvang van de ablatie wel een rol; er waren nogal wat littekentjes gemaakt die eerste keer. Maar toch ook de tweede keer en toch is het toen goed gegaan. Na de tweede ablatie zijn er extra controles geweest om er zeker van te zijn dat er niet nog eens vocht rondom het hartzakje was ontstaan.

Bijzondere herinneringen. Bizar. Ik besef mij dat ik toch nog redelijk snel en goed herstelt ben destijds. Pas achteraf las ik hoe verschrikkelijk gevaarlijk het kan zijn wanneer er te veel vocht in het hartzakje zou komen. Gelukkig heb ik dat op dat moment niet beseft en maakte ik mij vooral druk over het niet te veel medicijnen krijgen. Zalig zijn de onwetenden. :)



maandag 13 maart 2017

Angst voor ablatie

In de volgende maand zal ik weer een nieuwe ablatie krijgen. De 4e. Je zou denken dat het nu gesneden koek is en dat ik er nu mijn hand niet meer voor omdraai, maar niets is minder waar. Ook deze keer vind ik het eng.

Zoals een tandarts over het trekken van een verstandskies spreekt, zo spreekt een cardioloog over een ablatie. Bij de bespreking van zo´n ingreep met de cardioloog klinkt het allemaal heel redelijk en absoluut ongevaarlijk, maar zodra dit gesprek ten einde is grijpt de boodschap mij naar de keel.

Eerst probeer ik met mijn verstand mijn gevoel te kalmeren. Ik probeer te sommeren wat de cardioloog heeft gezegd en ik herhaal de woorden in mijn hoofd. Daarna neemt mijn gevoel het volledig over en raak ik in paniek. In mijn hoofd gil ik dan dat ik niet meer wil en voel me als een kat in het nauw. Af en toe piep ik dit naar de meest naaste mensen, tegen de rest blijf ik cool en haal ik mijn schouders op.

Het is nu de vierde keer en alle keren verliepen zoals hierboven genoemd. Iedere keer heb ik het gevoel dat het mijn dood wordt. Het meest dramatische wat je kunt verzinnen dus. Gelukkig laat ik mezelf inmiddels toe om dit te uiten naar mijn artsen. Met praktijkervaring en wijze woorden laat ik mij dan vervolgens wel weer kalmeren, zodat het verstand de overhand krijgt.

Angst voor een ingreep, hoe groot of klein ook, gaat gewoon gepaard met onzekerheid. Dat hoort. Denk ik. Het wordt moeilijk wanneer je dit niet kunt uiten of wanneer het gevoel van paniek je volledig opslokt. In de oude praktijk van mijn huisarts hing een tegeltje in het toilet met daarop de spreuk 'Een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest'. Het relativeert nog meer wanneer je beseft dat ook mensen met een ingegroeide teennagel deze spreuk lezen. Dus een beetje bang zijn voor een ablatie mag best. Vind ik.