“Is er weleens iemand plotseling doodgegaan in uw familie?”
Dat vroeg één van de cardiologen die in juni 2013, een elektrofysiologisch
onderzoek bij mij uitvoerden. Met die vraag wist ik dat mijn hartklachten mogelijk
verbonden waren met een erfelijke aandoening. Na een test met een speciaal
medicijn (ajmaline) was het zo klaar als een klontje en werd de diagnose Brugada
Syndroom gesteld. Nog diezelfde middag kreeg ik een ICD geïmplanteerd, omdat
deze erfelijke hartaandoening plotse hartdood kan veroorzaken.
Eenmaal thuis begonnen de balletjes te rollen en de
radertjes in mijn hoofd te draaien. Ineens kwam het besef dat het Brugada
Syndroom niet alleen van mij is, maar ook mijn kinderen aangaat. Mijn kinderen
hebben namelijk 50% kans dat zij deze aandoening van mij hebben geërfd. Direct
bij de eerste controle werd genetisch onderzoek gestart. Er zijn van een aantal
genen bekend, die bij mutatie, Brugada Syndroom kunnen overdragen of veroorzaken. Na
verschillende trials met mijn DNA, is de mutatie van het gen die mogelijk bij
mij het Brugada Syndroom veroorzaakt, niet gevonden. Dit maakt dat genenonderzoek
bij mijn kinderen, maar ook bij mijn directe familieleden (ouders en broers)
niet mogelijk is.
Mijn familieleden kunnen alleen door middel van een test met
ajmaline achterhalen of zij het Brugada syndroom hebben of niet. Inmiddels zijn
mijn ouders en broers getest en bleken zij gelukkig niet de erfelijke
aandoening te hebben. Hoe ik het Brugada syndroom heb geërfd is onduidelijk.
Een ajmaline-test wordt zelden bij kinderen uitgevoerd. De
test kan erg vervelend zijn. In mijn geval werden er gevaarlijke
kamerritmestoornissen door uitgelokt, waardoor externe shocks nodig waren om
het hartritme weer te corrigeren. Om deze reden hebben we, in overleg met de
kindercardioloog, besloten onze kinderen voorlopig niet te testen met ajmaline,
maar om de kinderen om de twee jaren te monitoren bij de kindercardioloog. De
eerste tekenen van het Brugada Syndroom kunnen zich via een ECG (hartfilmpje)
openbaren. Met name wanneer er sprake is van koorts, kunnen de specifieke
afwijkingen in het ECG aan het licht komen. Wij brengen onze kinderen bij
koorts daarom naar de Eerste Harthulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis om
een groot ECG te laten maken. Op die manier proberen we greep te krijgen op
Brugada Syndroom.
Soms grijpt het me wel naar de keel; ik ben ‘zo maar’
opgezadeld met een ernstige hartaandoening. Ik heb er niet om gevraagd. Het is
me in de schoot geworpen. Mijn kinderen hangt mogelijk hetzelfde lot boven het
hoofd. Het maakt me boos en verdrietig. Het geeft een gevoel van machteloosheid
dat zich soms draait in radeloosheid. Zo’n erfelijke aandoening overkomt je en
tekent de rest van jouw leven. En dat van anderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten