Het was na een geweldige avond op een klein festival in de zomer van 2001. Ik had aardig wat gedronken en gerookt; ik wist eigenlijk wel dat ik de volgende ochtend redelijk brak wakker zou worden. Maar goed, dat doe je als je jong bent, niet waar? Ik was 20 en had net een vriendje.
We sliepen bij zijn ouders thuis, want dat was praktisch gezien het festival dat daar in de buurt werd gehouden. Het was 5 uur in de ochtend toen ik wakker werd, omdat mijn hart zich gedroeg alsof ik aan het sporten was. Ik herkende het gevoel, want ik had die snelle hartkloppingen wel vaker gevoeld en altijd ging het wel weer weg. Gek genoeg ben ik weer in slaap gevallen en werd later in de ochtend wakker en had nog steeds dat rare snelle kloppen in mijn borst.
Onder de douche bij mijn (tegenwoordig ;-)) schoonouders viel ik flauw. Mijn vriend (nu echtgenoot ;-)) kon mij nog net overeind houden. Dit was niet ok. Toch was ik niet bang. Ik vond het vooral vervelend en wilde dat het zou stoppen. Misschien zou het overgaan als ik eerst wat ging ontbijten.
Aan het ontbijt was mijn schoonmoeder diegene die meteen zei dat ik een dokter moest zien. 'Dingen met je hart moet je altijd serieus nemen', zei zij. Meer dan een beschuit en een kop thee heb ik niet gegeten, ik was slap en voelde me helemaal niet lekker.
Bij een dienstdoende huisarts (in die tijd bestond er nog geen huisartsenpost) in het dorp waar mijn schoonouders wonen, kon ik vlot terecht. De beste man snapte er niets van. Hij voelde dat mijn hartslag niet regelmatig was en vooral dat het heel vlug was. Hij probeerde door het tijdelijk dichtdrukken van een van de halsslagaders het hart in een normaal ritme te krijgen, maar wat hij ook probeerde, het lukte niet. De huisarts stuurde mij door naar de Eerste Harthulp met het vermoeden van een hartritmestoornis.
In het ziekenhuis bij de Eerste Harthulp werd het vermoeden bevestigd; ik had last van boezemfibrilleren. Heel raar vonden de cardiologen het, want ik had er de leeftijd niet voor. Het kwam wel eens voor, maar niet zo vaak. Het hartritme werd gecorrigeerd door middel van een Tambocor infuus, een zogeheten chemische cardioversie.
Vrij vlot had ik weer een normaal hartritme en ik voelde mij eigenlijk meteen al een stuk beter. Wel behoorlijk vermoeid, maar het onrustige gevoel was in ieder geval weg. Er werden afspraken gemaakt voor onderzoeken naar de oorzaak van het ontstaan van het boezemfibrilleren.
Een aantal dagen na de chemische cardioversie belandde ik weer bij de Eerste Harthulp; ik had het gevoel dat het boezemfibrilleren terug was. Het boezemfibrilleren was er niet, maar er waren wel andere kleine afwijkingen te zien, die onschuldig waren en niets te betekenen hadden. Ik kreeg een bètablokker mee naar huis om te voorkomen dat het hartritme weer van slag raakte.
De echo wees geen bijzonderheden uit. De inspanningstest vertoonde lichte afwijkingen en daarom werd een echo-onderzoek via de slokdarm gepland. Wat een hels onderzoek! Met een camera werd via de slokdarm gekeken naar het hart en de pompfunctie. Na dit onderzoek gaf de cardioloog aan dat er een licht zuurstoftekort was op een bepaalde plek in mijn hart. Mogelijk dat dit veroorzaakt werd door de astma en daarom werd ik doorverwezen naar de longarts. De onderzoeken bij de cardioloog werden afgerond en ik hoefde niet meer terug voor revisie.
Mijn eerste consult bij de longarts was een nogal dreigende. De longarts was een collega van mij (ik liep stage in een ziekenhuis waar de longarts ook werkte) en gaf mij de wind van voren. Terecht, overigens. Het kwam er op neer dat roken en astma mijn dood kon betekenen. Ik kreeg pleisters, Allan Carr en een lading medicijnen om mijn longen te kalmeren. Het heeft een jaar of 2 geduurd, maar uiteindelijk ben ik al meer dan 10 jaar gestopt. Mijn longen zijn sinds die tijd weer in goede conditie (ondanks de astma).
Van het hart had ik al tijden geen last meer gehad en het leek op een eenmalig event.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten