11:30 u
Ik word
wakker. Bewegingen. Vaag zicht. Mensen om me heen. Ik voel dat ik in bed lig en
ergens naar toe word gereden. Ik tril heel heftig. Het bed trilt mee. Of ik het
koud heb? Geen idee. Ik voel alleen dat ik enorm tril en dit niet zelf kan
stoppen. Het bed wordt geparkeerd en ik herken de contouren van de kamer. Ik
ben op de hartbewaking. De verpleegkundigen installeren mij. Ze verpakken mijn
lijf met dekens. Er wordt een zuurstofmasker op mijn gezicht gezet. Ik wil het
niet, maar ik heb geen puf om het masker van mijn gezicht te trekken. Ik tril
nog steeds. Er wordt nog een deken over mij heen gelegd en een van de
verpleegkundigen wrijft over mijn armen en benen.
12:00 u
Ik kijk op
de klok en zie de tijd. Nog steeds staan er twee verpleegkundigen naast mijn
bed. Ze doen controles. Ik val steeds weer in slaap.
12:15 u
Pijn! Pijn
in mijn borstkas! Alsof er een onkruidbrander de binnenkant van mijn borstkas
heeft bewerkt. Feitelijk ligt de waarheid hier niet ver vandaan. Er wordt een
spoedECG gemaakt en vrijwel direct krijg ik een pijnstiller per infuus.
12:30 u
De pijn in
mijn borstkas is weg. Het trillen is gestopt, maar ik heb het nog steeds koud.
Onder een dik pak dekens probeer ik wakker te blijven. Terwijl ik mij probeer
te bewegen speelt de hernia in mijn onderrug op en gil ik. Ik kan niet bewegen
en de pijn in mijn heup trekt door naar mijn tenen. De verpleegkundige komt
aangerend en ik wijs naar mijn heup. Mijn heup. Draaien. Au! De verpleegkundige
pakt mijn heup en legt een hand onder mijn rug en heel voorzichtig ontspant de
zenuw zich. Hoe onhandig! De pijn zakt weg en ik vraag om nog een deken. Mijn
handen en voeten zijn nog steeds erg koud. Ik sluit mijn ogen en voel hoe
verschrikkelijk mijn lichaam voelt. Mijn lijf voelt niet van mij. Ik probeer te
ontspannen en vraag om kracht en hulp. Als ik slaap dan wordt het beter herhaal
ik in mijn hoofd. Als ik slaap word ik beter.
13:30 u
Hoofdpijn.
Een knellende hoofdpijn, maar verder gaat het een stuk beter. Ik voel dat mijn
lichaam eindelijk warmer wordt. De pijn in mijn borst is weg. Mijn lichaam
lijkt zich te gaan ontspannen. Ik voel dat ik moet plassen, maar bedenk me dat
ik waarschijnlijk een blaassonde heb, zoals de voorgaande keren. Er wordt nog
een pijnstiller aan mijn infuus toegevoegd, deze is tegen de hoofdpijn als
gevolg van de eerdere pijnstiller.
13:45 u
De
zaalarts staat naast mijn bed en geeft een korte samenvatting van wat er is
gebeurd en vraagt hoe het met mij gaat. Het gaat goed. Ik vertel haar dat ik
het idee heb dat het ergste nu is geweest; de pijn is weg, mijn lichaam
ontspant en ik geef aan dat ik moest plassen en toen bedacht dat ik een
blaassonde heb. De arts kijkt verschrikt en vertelt mij dat de blaassonde er al
uit is gehaald vlak na de procedure, terwijl ik nog onder narcose was. Ze
twijfelt en we kijken beiden onder de dekens en zien niks. Een catheter in de
lies, maar geen buisje voor de blaas. Gelukkig zijn de lakens ook droog.
Op Facebook schrijf ik het volgende:
Op Facebook schrijf ik het volgende:
Voor alle lieve meelevende mensen,
Ik ben er weer. Het zit erop die 4e ablatie. Een pittige. Nodig blijkbaar. Details weet ik nog niet.
Ze zijn lief hier in het UZ. Vast team met lieve verpleegkundigen die me platspuiten met pijnstilling. :)
Jullie berichtjes via allerlei kanalen doen me goed. Ben te moe om te antwoorden. Dat komt nog wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten