Vrijdag
29 september
Ik heb geslapen als een
roosje! Voor de wekker word ik wakker en voel me goed. In bed ontbijt ik. De
dag trekt een beetje aan mij voorbij. Iedereen gaat zijn gangetje. Af en toe
komt er een gezinslid boven om mij te groeten. Er worden kaartjes gebracht,
lekkers en bloemen. Een beetje feestelijk voelt het allemaal. We eten in de
avond gezamenlijk boven en ik merk dat dit erg vermoeiend is. Ik blijf in bed
en slaap vlug als ik het licht uitdoe. Het is een onrustige slaap, waarin ik
het gevoel heb dat alles snel moet gaan. Een gejaagd gevoel.
Zaterdag
30 september
Na twee goede
nachtrusten, durf ik het wel aan om mijn haren te wassen. Een flinke klus die
ik ook voor de ablatie behoorlijk vermoeiend vind. Ik doe het rustig aan. Mijn
telefoon op de badrand (die niet volloopt aangezien ik nog niet mag baden
vanwege de wond in mijn rechterlies), zittend in bad shampoo ik mijn haren. Het
gaat prima. Terug in bed, trakteer ik mijzelf op een kop koffie. En een prik.
Die fraxiparine moet namelijk nog wel een aantal dagen geprikt worden. In de
avond ga ik naar beneden om met z’n allen tv te kijken. We lachen, praten en
kijken. Na 3 kwartier krijg ik pijn op de borst. Flink. Ik ga naar boven, maar
op de trap moet ik om de paar treden stoppen en mezelf manen tot doorademen.
Eenmaal in bed zakt de pijn af en gaat het al gauw weer goed. Grenzen. Ik zal
ze weer opnieuw moeten ontdekken.
Vanwege de onrustige
slaap de nacht tevoren, neem ik nu de betablokker in. Op die manier hoop ik te
profiteren van een gekalmeerd hart tijdens mijn slaap.
Zondag
1 oktober
Ik krijg de slag te
pakken en begin een beetje ritme in mijn dag te brengen. Eerst de
maagbeschermer, ontbijten, lezen, wassen en kleden, een filmpje, prikken en
koffie, wat puzzelen. Na de lunch een poging tot slapen. In de middag komt het
eerste bezoek. Boven. Wat ik van de vorige keren herstellen weet is dat ik niet
te snel moet willen en dus gewoon alles moet aanpassen tot het gaat. Tot het
comfortabel genoeg gaat. Dat laatste is het belangrijkst. Het gaat goed. Zo
goed, dat ik besluit om het avondeten beneden met mijn gezin te gebruiken. Onze
lieve buren hebben gekookt: confit de canard met aardappeltjes en een flinke
salade. Smullen! Na het avondeten ga ik nog even rusten, zodat ik Heel Holland
Bakt kan kijken beneden. Na ons favoriete programma is voor mij de koek op. Ik
voel me niet lekker; ik voel me gejaagd en onrustig. Het is ook daardoor dat ik
de slaap niet goed kan vatten en pas na 1:00u in slaap val. Ondanks de
ingenomen betablokker, blijft het hart onrustig.
Maandag
2 oktober
Een normale doordeweekse
dag. Iets later dan normaal word ik wakker en besluit direct in actie te komen.
Ik voel benauwdheid. Een wollig gevoel in mijn borst. Ik blijf boven in de hoop
dat het wegtrekt. Dat doet het, maar het verkrampte gevoel blijft wel op de
achtergrond. Ik probeer te ontspannen. Ondertussen regel ik allerlei dingen die
nog geregeld moeten worden; huishoudelijke hulp, een rolstoel (zodat ik naar
buiten kan en niet afhankelijk ben van mijn conditie) en ik beantwoord wat
mails. Mijn hoofd zit vol met energie. Het botst. Ik voel de interne strijd.
Mijn lichaam roept af en toe ‘ho, maar lang niet zo duidelijk als bij de
voorgaande ablaties. Ik voel me namelijk niet zo moe. In de middag krijg ik er
tabak van. Van alles. Ik ben het zat. Ik ben het volledig beu. Ik zit de dag
met een katerig gevoel uit. Morgen ga ik het anders aanpakken.
Dinsdag
3 oktober
Het is precies 1 week
geleden dat de ablatie was. Ik herinner me de dag en bij de verschillende
tijdstippen sta ik stil. Ik laat het bezinken. Het gaat gewoon goed. Ik ga naar
beneden en rommel wat. Luister podcast en maak puzzels. Ik lees boeken en werk
wat aan verschillende projectjes. Het is prima. Fysieke inspanning wordt
afgestraft met flinke misselijkheid en hoofdpijn, maar zodra ik dan weer even
ga liggen dan trekt het best gauw weg. Heel voorzichtig aan doe ik weer een
beetje de dingen die ik wil, maar in veel lichtere mate. Op het gemakske. Geen
haast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten