zondag 31 augustus 2014

"Mam, wanneer stopt mijn hart?"

"Mam, wanneer stopt mijn hart?" Het was mijn 6-jarige dochter die deze vraag stelde gisteren.

We keken samen naar het Het Spaanse Schaep. De aflevering dat Opoe Withof gaat hemelen. Ze ging slapen en werd niet meer wakker.  "Mam, is ze echt dood?" vroeg mijn dochter eerst. Ik legde haar uit dat Opoe Withof niet echt was, maar een personage. De mevrouw die Opoe speelde was niet echt dood, ze deed net alsof. "Haar hart klopt dus nog wel?". Ik verzekerde haar van wel. (Of Carry Tefsen moet ineens plotseling zijn heengegaan, maar er van uitgaande dat dit dan te veel toeval zou zijn, lijkt het mij correct om te zeggen dat Mevrouw Tefsen springlevend is.)

En toen kwam haar vraag. "Mam, wanneer stopt mijn hart?"

"Nog lang niet!", blufte ik, "Pas wanneer je heeeeel oud bent geworden. Dan misschien. Maar nu nog lang niet." En ondertussen hoopte ik dat ik gelijk zal krijgen.

Helemaal eerlijk is het niet. Ik weet het niet. Mijn dochter van 6 heeft 50% kans om het Brugada Syndroom van mij te hebben geërfd. Op dit moment zijn er geen tekenen en is ze kerngezond. Het heeft geen zin om een meisje te vertellen dat het leven nogal abrupt afgelopen kan zijn.

Af en toe baal ik er van dat ik wel weet dat mijn hart zo maar zou kunnen stoppen. Het is een schrale troost om te weten dat mijn ICD dan wel ingrijpt. Schraal, want het besef dat mijn hart zo maar kán stoppen is iets wat onbevangen leven een stuk ingewikkelder maakt.

Het is heel onnatuurlijk om het besef te hebben dat het hart zo maar kan stoppen. Al voordat je geboren wordt, wanneer een moeder nog geen 6 weken zwanger is, klopt het hart. Het is piepklein, maar het klopt als een malle. Het grote wonder van een nieuw leven.

Ik hoor de hartjes van mijn kinderen in mijn herinnering nog steeds door de doptone van de verloskundige. Die harde, schraperige klop door dat kleine apparaatje. Dat geluid zit nog steeds in hen. Nog steeds doet dat hart zijn werk. Het zorgt er voor dat mijn kinderen groeien en bloeien. Ze leven.

Ik wil mijn kinderen niet bang maken. Ik wil mijn kinderen niet met wantrouwen jegens hun lijf laten opgroeien. Uiteraard zijn wij als ouders alert. Als moeder ben ik er van overtuigd dat ik mijn kinderen mag laten geloven in hun prachtig, goed functionerend lijf met daarin een levenslustig hart en dat ik hun onbevangenheid juist moet voeden door te zeggen: "Kind, jouw hart stopt nog lang niet!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten