vrijdag 13 februari 2015

HGZNMEO dag 5 en de dagen daarna...

De afdelingssecretaresse opperde het vrijdagochtend vroeg al: "U mag hoogstwaarschijnlijk naar huis vandaag!" Uiteraard wel in afwachting van de visiterende artsen. De visiterende artsen waren het er allemaal over eens; het gaat goed, ga naar huis.

Het duurde even voordat ik het nieuws tot mij door liet dringen. Naar huis? Ja! Fijn! Maar de observatie dan? Er zijn geen ritmestoornissen gevangen! Is deze opname voor niks geweest? Het was een wirwar van emoties. Ik vond het stom van mezelf dat ik niet lyrisch was om naar huis te gaan en tegelijkertijd vond ik het stom dat ik niet wat daadkrachtiger of wat meer verzet toonde omdat er geen ritmestoornissen werden geregistreerd. Heel verwarrend.

Ik piekerde me suf en liep van hot naar her. Fietste me in het zweet en at gedachteloos. Ik was continu 'kwijt'. Mijn kamergenote verwees al mijn bezoekers (vooral artsen ;)) naar de hometrainer of naar het einde van de gang. Op een gegeven moment werd zelfs de afdelingssecretaresse ingeschakeld om mij op te sporen. In mijn geval was een ingebouwde GPS in de telemetrie niet eens een overbodige luxe.

Toen de oudere man, met wie ik op gezette tijden steeds door het raam staarde, zei dat hij ook naar huis mocht die dag ging de knop om. Wat wil iemand nou het liefst? Thuis zijn. Doorgaan met het normale leven. Doorgaan met wat je het liefste doet. In een ziekenhuis verblijven is dat niet.

Ik was om, maar toch bleef het knagen. Een goed gesprek met mijn cardioloog bracht wat meer rust. Alle medicijnen waren gestopt. Alles. Er waren geen stoornissen meer geweest sinds maandag. Geen enkele. Het enige waar ik last van had was een sinustachycardie (mijn hartslag is in rust 110 bpm, dat is feitelijk iets te hoog), maar die zou volgens de cardioloog mogelijk nog wel weer stabiliseren naar onder de 100. De extrasystolen (overslagen) waren weer vermeerderd en kwamen in prachtige variërende series (bigeminie en trigeminie), maar ook dat was al eens eerder gezien en hoort bij mijn hart. De grote winst was dat ik (weer) was afgekickt van de kindine en dat mijn lijf weer begon op te laden. Dat mijn lichaam gezond is blijkt ook uit het aantal gefietste kilometers op de hometrainer. Ik kan het wel. Mijn lijf is op zich in prima conditie, de kindine zette mijn lijf alleen op de handrem.

Helaas is het nu niet zo dat ik nooit meer ritmestoornissen zal krijgen. Het is zelfs onzeker hoe lang de stoornissen dit keer wegblijven. Werden de vele ritmestoornissen uitgelokt of aangezet door de kinidine? Of was het allemaal toeval? Het feit blijft dat die ritmestoornissen gewoon weer gaan komen, alleen is de vraag wanneer. En niemand kan die vraag beantwoorden. Ik ook niet, want ik kan die stoornissen niet triggeren. Op geen enkele wijze.

Op het laatst hoorde ik mijzelf tegen mijn cardioloog een pleidooi houden over dat ik gewoon wil leven. Dat ik gewoon wil genieten. Dat het leven er is om van te houden en momenten te vieren. Hij glimlachte tevreden. Waarschijnlijk met in zijn achterhoofd 'Mooi, over een tijdje spuw je vuur om dat er weer een ritmestoornis in schiet...'. En zo is het ook.

Zoals bij elke ziekenhuisopname word ik rijker aan ervaringen. Een week opname en ik kom weer thuis met een rugzak vol verhalen. Verhalen die over mij gaan, maar ook verhalen over anderen. Ik leer zo veel van andere patiënten. Sommige mensen kunnen mij zo ontzettend raken met hun wijsheden, met hun belachelijke adviezen (de oude man adviseerde mij om bouillon te gaan trekken van een oude duif, dat zou erg goed zijn voor het gestel ;)), met hun wanhoop en hun angsten (die ik zo ontzettend goed kan voelen omdat die gevoelens universeel zijn bij mensen met een hartaandoening); voor mij zal een ziekenhuisopname dus nooit onzinnig zijn. (Dat was het in medisch opzicht ook niet trouwens.)

Vrijdagavond heel laat kwamen we thuis. Ik was stuk. Ik had een hele week last van mijn keel gehad en van alle emoties was ik aardig uitgeput. Zaterdagochtend werd ik wakker en ging vol goede moed op weg naar de voetbalwedstrijd van mijn zoon. Zondag merkte ik dat de keelpijn zich had ontwikkeld in een flinke verkoudheid. Ik was moe, ziek en emotioneel leeg.

Sinds gisteren gaat het beter. De winterzon schijnt op een heel uitdagende wijze door mijn vuile ramen. Het warmt mijn gezicht terwijl ik deze blog schrijf. Het troost en het geeft energie om verder te gaan. Altijd verder.

Ik ga mijn ramen lappen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten